Hoe staat ik er voor?

Functieprofiel van mensen die zich ziek hebben gemeld.

Oefening

Het belangrijk om een beeld te krijgen van uw eigen situatie. Deze oefening helpt daarbij.

U ziet op deze pagina vier paragrafen.

Het begint bij een het verhaal van Manon. Zij is een voorbeeld om u te helpen uw eigen situatie te beschrijven. Na het verhaal van Manon kunt ziet u een vergelijking van haar situatie in 2015 en in 2017. De verschillen geven inzicht. Vervolgens kunt u uw eigen situatie invullen in een plaatje. U download het plaatje, print het uit en vult het met de pen in. U kunt dit na een periode weer herhalen. De verschillen helpen u grip te krijgen op uw situatie.

Onderaan de pagina staat een link naar een overzicht van klachten en symptomen. Dit overzicht kan u helpen de juiste woorden te vinden.

1. Manon september 2015

Zes jaar geleden was Manon, toen 32 jaar oud, bezig met een project in New York. Ze is goed in haar vak, gedisciplineerd, uitermate sociaal vaardig en ondanks haar nog jonge leeftijd hebben haar collega’s veel respect voor haar deskundigheid en gedrevenheid. De multinational waarvoor ze werkt heeft filialen over de hele wereld; de sfeer is vriendschappelijk, de arbeidsvoorwaarden zijn prima, maar er wordt keihard gewerkt en de werkdruk is hoog. In Central Park ontmoet Manon tijdens haar favoriete hobby, hardlopen, de toen 31-jarige John, beeldend kunstenaar. Manon is goedgehumeurd, actief en topfit en John valt als een blok voor haar.

Twee jaar later komt John in Nederland wonen en al snel raakt Manon zwanger van een tweeling. De zwangerschap is zwaar maar verloopt goed en in april 2015 worden twee gezonde baby’s geboren, Jeremy en Jake. De jonge ouders zijn dolblij met hun twee zonen en al snel na de geboorte verhuizen ze naar een oude, grotendeels door John zelf opgeknapte, boerderij in de buurt van Eindhoven, waar John ook een ruim atelier heeft. In september 2015 gaat Manon weer aan de slag en pakt ze haar werkzaamheden goedgemutst weer op. Ze is dol op haar werk en ze is blij dat ze weer aan de slag kan. Ook maakt ze een trainingsschema en pakt het hardlopen weer langzaam op.John zorgt voor de kinderen samen met een ervaren oppas die alle middagen aanwezig is en dan ook kookt, zodat John ’s middags aan het werk kan in zijn atelier en Manon als ze terugkomt uit Eindhoven de tijd aan de tweeling kan besteden. Alles is goed geregeld en ze zijn blij met elkaar en met de situatie.

In plaatje 1 staat de situatie van Manon in september 2015. Hierbij is gebruikgemaakt van de ICF. ICF is de afkorting van International Classification of Functioning, Disability and Health. De ICF is door de Wereld Gezondheidsorganisatie ontwikkelt om het functioneren van mensen in het dagelijks leven te beschrijven. 

2. Manon in november 2017

In november 2015 voelt Manon zich wat grieperig. Ze heeft lichte koorts, is moe en heeft hoofdpijn (een voor haar onbekend fenomeen). Na een paar dagen gaat ze weer aan het werk; ze is bezig met een uitdagende klus en wil graag weer aan de gang. Maar dat gaat wat minder soepel dat ze gewend is; ze blijft moe en heeft ook last van haar gewrichten, waardoor ook het hardlopen niet wil lukken. Dat maakt haar somber. Ze is ook sneller geïrriteerd, iets wat haar collega’s verbaast want vroeger was ze de gelijkmoedigheid zelve. Ze heeft nu moeite met sommige klussen waar wat druk achter zit. Vroeger hield ze wel van die spanning en gingen die klussen haar gemakkelijk af. Ze gaven haar energie, maar nu kosten ze haar steeds meer energie. Thuis loopt het ook wat minder soepel; John vindt dat hij door de extra taken die hij op zijn bord krijgt (Manon laat veel van de huishoudelijke klussen aan hem over), wel erg weinig tijd overhoudt voor zijn werk. 

In februari 2016 neemt Manon wat extra verlofdagen op maar in maart 2016 meldt ze zich opnieuw ziek en gaat naar de huisarts. Die vermoedt dat Manon iets te hard van stapel is gelopen na de zwangerschap en ze krijgt het advies van haar om rustig aan te doen. De bedrijfsarts waarmee ze daarna een gesprek heeft is het daarmee eens. Manon blijft thuis, maar heeft het gevoel niet echt uit te rusten en ook dat de klachten eerder erger dan minder erg worden. Het huishouden laat ze grotendeels over aan John en hardlopen zit er echt niet in. Begin mei meldt de bedrijfsarts dat het nu toch wel lang duurt en hij adviseert haar om een internist te raadplegen. Eind mei bezoekt ze het ziekenhuis in Eindhoven en daar komt al snel de verdenking naar voren dat er sprake is van doorgemaakte Q-koorts. Behandeling volgt met medicatie. In eerste instantie lijken de medicijnen goed aan te slaan. In september 2016 is Manon weer halftijds aan de slag en in oktober werkt ze vier dagen per week. Ze heeft wel afgesproken met haar leidinggevende, die begrip heeft voor haar situatie, dat ze voorlopig even geen buitenlandse klussen oppakt. Sommige collega’s echter vinden dat ze er daarmee de kantjes een beetje afloopt. Hoewel Manon heeft verteld dat ze Q-koorts heeft, vinden ze eigenlijk dat Manon een beetje zeurt. Manon zelf heeft moeite haar ziekte te accepteren. Hoewel het herstel aanvankelijk lijkt door te zetten, lijken aan het einde van het jaar de problemen eerder weer ernstiger dan minder te worden. Eind januari meldt ze zich wederom ziek en begin maart heeft ze het eerste gesprek met de bedrijfsarts. 

In plaatje 2 staat de situatie van Manon vermeld maart 2017, opnieuw gebruikmakend van het ICF-schema.

3. Vergelijken

Als je de twee plaatjes van Manon naast elkaar legt zie je goed wat ze, en met haar John, in de afgelopen jaren heeft ‘ingeleverd’. Ondanks de aanpassingen in het werk is Manon uitgevallen, wat ze heel erg vindt, en ze vraagt zich af hoe ze toch weer aan het werk zou kunnen gaan. Ook vraagt ze zich af in hoeverre de bedrijfsarts, waar ze voor haar gevoel tot nu toe niet veel aan heeft gehad (lijkt weinig te weten over Q-koorts), haar kan ondersteunen op de weg terug naar werk. Dus besluit Manon een gesprek aan te vragen bij de bedrijfsarts en daarna ook met haar leidinggevende. Hoe Manon zich op die gesprekken voorbereidt, leest u verderop.

4. Wat is uw situatie?

Om zicht te krijgen hoe u er zelf voorstaat, staat hieronder een leeg ICF-plaatje. Aan u de vraag om dit plaatje in te vullen voor de situatie zoals die nu is. Mocht u het lastig vinden om de goede woorden te vinden dan kunt u gebruik maken van de toegevoegde lijsten met problemen en factoren. De lijsten zijn toegevoegd ter inspiratie. U mag natuurlijk ook eigen woorden gebruiken. Om zo’n goed mogelijk beeld te schetsen van uw situatie, schrijft u zowel de positieve dingen op als de negatieve dingen


Download het plaatje

Download de ICF-lijst