“Ik heb bijnierschorsinsufficiëntie en als het mis gaat MOET de BHV’er prikken!” – artikel

Co-management op de werkvloer

BijnierNET stimuleert dat mensen met bijnierschorsinsufficiëntie goed geïnformeerd, vaardig en mondig in het leven staan. Om daarbij een beetje te helpen zijn uiteenlopende producten ontwikkeld die mensen kunnen gebruiken. Het gaat om zelfmanagement wat betekent dat je zelf de maatregelen neemt om de ziekte zo goed mogelijk in te passen in het leven. Soms hebben mensen hulp van een ander nodig. Ook dat vergt actie en dat noemen we co-management. Actie is nodig om de werkomgeving veilig te maken voor het geval er onverwacht iets gebeurt en een bijniercrisis dreigt.

“Ik voel me niet geroepen!”

Co-management op het werk: organiseer zelf een veilige werkomgeving.


BHV = bedrijfshulpverlening.

Taken van de bedrijfshulpverlener staan in de Arbowet. Mensen met bijnierschorsinsufficiëntie proberen op verschillende manieren hun leven na de diagnose weer vorm te geven. Voor de één is de diagnose een kleine hick-up, voor de ander grijpt de aandoening steviger in. Voor alle mensen geldt dat er alertheid en hulp nodig zijn wanneer een bijniercrisis dreigt. Er zijn verschillende manieren om dat zelf te organiseren. Zo zijn er mensen met bijnierschorsinsufficiëntie die met hun werkgever in gesprek zijn gegaan over de aandoening. Deze openheid over de aandoening is heel verstandig.

“Ik voel me niet geroepen!” was de reactie van een BHV’er die het klemmende verzoek kreeg van een collega om te spuiten bij een dreigende bijniercrisis. Dat is een logische reactie. Maar hoe werkt het dan wel?

Prikles voor BHV’ers

BHV’ers oefenen de noodinjectie gereed te maken (foto: Jan Biekens – nov2021)

BHV-opleider en psychiatrisch verpleegkundige Jan Biekens heeft een trainingsbureau voor bedrijfshulpverlening. Hij gaat werkgevers, waar het nodig is, helpen met het trainen van medewerkers die willen leren prikken. Niet iedereen wil dit leren en dat is ook goed. Als het maar duidelijk is welke maatregelen op de werkvloer nodig zijn wanneer een bijniercrisis dreigt. Jan traint BHV’ers hierover. Hij maakt afspraken over de stappen die moeten worden gezet.

Geen abnormale vraag

Wim Tillie maakte kennis met een nieuwe collega die de pech had enkele jaren geleden het syndroom van Cushing te hebben gehad. Een risico op een bijniercrisis is voor deze collega ook aanwezig. Ze stapte op Wim af met de vraag: “Als ik niet lekker word, zou je dan hydrocortison willen spuiten? Het is voor mij een geruststellende gedachte, als je het zou willen doen.” Wim’s antwoord was positief. Het is helemaal geen abnormale vraag. Hij geeft leiding aan het Mens Ontwikkel Bedrijf onderdeel van de Gemeente Landgraaf. Bij dit bedrijf heeft 60% van de medewerkers een EHBO-diploma. Hij vindt het belangrijk dat mensen met welke beperking dan ook, kunnen werken en dat ze elkaar kunnen helpen bij nood. Meerdere collega’s zijn bereid gevonden om een noodinjectie te zetten en hebben inmiddels een prikles bij het MUMC+ gekregen. Daarmee realiseerde hij voor de nieuwe collega een veiligere werkomgeving.

Collega’s betrekken – zelf bedacht

Linsey heeft sinds kort een part-time baan als administratief medewerker. Ze is aan het re-integreren. Al enige tijd is ze bekend met bijnierschorsinsufficiëntie en ze weet wat haar te doen staat. Ze is lid geworden van de Bijniervereniging NVACP en ze heeft alle materialen aangeschaft om goed zichtbaar te maken dat ze van hydrocortison afhankelijk is. Toch ging het enige tijd geleden mis toen ze met vriendinnen op pad was. Ze werd niet lekker en ze belde de verpleegkundig specialist van het ziekenhuis. De noodspuit moest worden gezet en haar vriendin wilde dat wel doen. Haar partner wist hoe de noodinjectie gebruikt moest worden. Zo konden zij samen een ernstige bijniercrisis afwenden.

Wat te doen bij een dreigende bijniercrisis?

  • Spuiten van de nood-injectie, zoals geleerd
  • Meteen 1-1-2 bellen
  • Zeg dat de collega van hydrocortison afhankelijk is
  • Geef door dat de vaste behandelaar op de hoogte wordt gesteld door de ambulance-verpleegkundige of de arts op de spoedeisende hulp

Meer informatie over de stressinstructies

Het incident zette Linsey wel aan het denken. Wat als dit op mijn werk gebeurt? Wie helpt me dan? Deze onbeantwoorde vraag voelde niet goed en stelde Linsey niet gerust. Ze heeft haar collega’s gevraagd om samen naar een oplossing te zoeken. Eén collega, die ook BHV’er is, heeft aangeboden om de noodinjectie te leren prikken en dat gaf Linsey voldoende vertrouwen.